Als je denkt aan bomen en hoe ze CO2 uit de atmosfeer verwijderen, roept dat misschien beelden op van de Amazone. Of je denkt aan de biljoen bomen die we nog willen planten. Wat maken een paar bomen in steden uit ten opzichte van zo’n hoeveelheden? Nou, een heleboel meer dan we dachten, blijkt uit onderzoek.
Onderzoekers ontdekten dat bomen in stadsparken een grotere rol kunnen spelen bij de bestrijding van klimaatverandering dan eerder werd gedacht.
Bossen slaan in de regel meer koolstofdioxide op dan ze uitstoten, wat een ongelooflijke dienst aan onze planeet is: ongeveer 30 procent van de uitstoot van fossiele brandstoffen wordt geëlimineerd wanneer bossen deze absorberen.
Maar wat gebeurt er met het vermogen om CO2 op te nemen van bossen wanneer grote bossen worden gekapt in kleinere stukken, een proces dat onderzoekers bosversnippering noemen.
We zien bossen als grote landschappen, maar in werkelijkheid worden ze door de mens steeds vaker in kleine stukjes gehakt. Deze veranderingen aan bossen creëren meer bosranden.
Lange tijd werd aangenomen dat deze bosranden koolstof vrijgeven en opslaan in dezelfde mate als het centrum van bossen.
Maar onderzoekers hebben ontdekt dat dit niet waar is. Ze ontdekten dat bomen aan de rand van het bos sneller groeien dan hun landgenoten diep in het bos en dat de bodem in stedelijke gebieden meer koolstofdioxide kan vasthouden dan eerder werd gedacht. De bevinding zet vraagtekens bij de huidige ideeën over behoud en de waarde van stedelijke bossen als meer dan een plek voor recreatie.
De onvermoede kracht van bosranden
In een van de meest gedetailleerde onderzoeken naar gematigde bosranden tot nu toe, werd de groeisnelheid van bomen in bosranden vergeleken met de rest van het bos. Onderzoekers vonden dat bomen aan de randen bijna twee keer zo snel groeien als bomen in het centrum – bomen die ongeveer 100 meter van de rand af staan.
Dit is waarschijnlijk zo omdat de bomen aan de rand geen concurrentie hebben van de bossen in het binnenland, dus krijgen ze meer licht. En hoe meer een boom groeit, hoe meer koolstof hij opneemt.
Dit is goed nieuws voor steden, waar bomen meer verspreid staan. Maar dit betekent niet dat meer versnippering van bossen een oplossing is om meer koolstof uit de atmosfeer te halen.
Koolstofopslag langs de randen van versnipperde gebieden komt niet in de buurt van het compenseren van de negatieve neveneffecten van het verlies van bossen, zoals het vrijkomen in de atmosfeer van koolstof die lang onder de grond heeft gelegen. We moeten bestaande bossen in tact houden. Maar bomen vrijstaand planten of in kleine groepen in steden is wel effectiever dan voorheen werd aangenomen.
Nog meer voordelen?
Onderzoekers keken niet alleen naar bosranden, maar onderzochten ook de bodem en het bodemleven. Bodems bevatten grote hoeveelheden bacteriën, schimmels, wortels en micro-organismen, en net zoals wij CO2 uitademen wanneer we werken en actief zijn, ademen zij ook CO2 uit.
Ze ontdekten dat bosrandgrond meer koolstof afgeeft dan bosgrond in het centrum van een bos. Dat lijkt dus een nadeel voor stedelijke bomen. Maar ze vonden ook dat de bodem zich in landelijke en stedelijke bossen heel anders gedraagt.
In landelijke gebieden (met minder mensen en gebouwen), zorgen warmere temperaturen aan de rand van het bos ervoor dat bladeren en organisch materiaal sneller worden afgebroken, waardoor de micro-organismen in de bodem harder moesten werken en meer koolstofdioxide uitstootten dan hun koelere, meer beschaduwde soortgenoten in het binnenland van het bos.
In stedelijke bossen, waar de grond aanzienlijk heter en droger was, wordt organisch materiaal niet zo snel afgebroken en gaven deze bodems niet meer zoveel koolstof af.
Bij het vergroenen van onze steden denken we vaak aan het tegengaan van hitte eilanden en zuiveren van lucht. Maar een boom die je in de stad plant kan dus net zo nuttig, of zelfs nuttiger zijn wat betreft CO2 opname als een boom in een groot bos.
En bij het aanplanten van nieuw bos is het nog maar de vraag of het verstandig is om een groot bos te planten. Kleinere aan elkaar gelinkte bossen met meer randen en gemakkelijkere toegankelijkheid zouden misschien beter in staat zijn om CO2 op te slaan. Bovendien kunnen bossen zo beter onderhouden worden. En dat kan een heel belangrijke factor worden bij het tegengaan van bosbranden, maar we er in de toekomst ongetwijfeld meer van hebben.
Al dit onderzoek staat nog in de kinderschoenen, maar het helpt wel om toekomstige bomen in en om steden verstandiger aan te planten.
Bronnen:
* Harvard Forest
* Groeitoename in bosranden