De meerderheid van de wereldbevolking is het er inmiddels over eens dat we onze economie moeten veranderen om klimaatverandering een halt toe te roepen. Maar over hoe dat exact moet gebeuren zijn de meningen sterk verdeeld. Zo sterk zelfs, dat er twee bewegingen zijn ontstaan; de degrowth- beweging en de green growth- beweging.
In dit artikel een overzicht van beide bewegingen én hun argumenten.
Degrowth als klimaatoplossing
De degrowth-beweging wil dat rijke landen stoppen met het najagen van het BBP (Bruto Binnenlands Product) in een poging om te voorkomen dat de planeet opwarmt – maar zowel voor – als tegenstanders gokken op welvaart en klimaatstabiliteit voor miljarden mensen.
Het is een van de meest ontmoedigende taken waar de mensheid voor staat: de klimaatverandering stoppen en tegelijk een einde maken aan de armoede. De discussie gaat dus niet alleen over klimaat, maar ook over hoe we kunnen veranderen zonder de laagste inkomens te hard te raken.
Maar de beste plannen om dat te doen zijn gevaarlijk speculatief. Inzetten op groene groei houdt het risico in dat de planeet oververhit raakt, terwijl degrowth in rijke landen de armoede elders kan verergeren.
In 2015 beloofden de wereldleiders om te proberen de opwarming van de aarde tegen het einde van de eeuw te beperken tot 1,5 graden Celsius – maar de meeste Nederlandse werenschappers schatten nu al dat dit doel niet haalbaar is.
Waarschijnlijk overschrijden we de 1,5 graad dit decennium en met het huidige beleid zal de planeet in plaats daarvan met 2,7 graden Celsius opwarmen.
Zelfs als we aan dat opwarmingsniveau vasthouden, veronderstellen we dat de mensheid vervuilende stoffen uit de atmosfeer zal zuigen met kostbare technologieën waarvan de schaal nog niet bewezen is.
Gealarmeerd door dit vooruitzicht willen sommige klimaatbetogers dat de landen die het meest verantwoordelijk zijn voor de opwarming van het klimaat hun streven naar economische groei staken en minder energie verbruiken – waarvan het grootste deel afkomstig is van de verbranding van fossiele brandstoffen.
Green growth als klimaatoplossing
Voorstanders van green growth (groene groei) – de weg die de meeste wereldleiders bewandelen om de klimaatverandering aan te pakken – willen de koppeling tussen economische (bbp-)groei en broeikasgasemissies doorbreken.
Hogere inkomens hangen samen met een hogere levensstandaard. Naarmate mensen rijker worden, kunnen ze zich een gezonder en gelukkiger leven veroorloven, zo redeneren ze.
En hoewel degrowth een interessante opvatting is, wijzen critici erop dat de voorstanders van degrowth niet beschikken over gedetailleerde modellen om aan te tonen wat hun voorgestelde economisch beleid zou betekenen voor de armoede in de wereld. Kortom: Er is geen academische literatuur op mondiaal niveau die aantoont dat het verwijderen van zoveel koolstof of degrowth van economieën werkt.
Maar uit gegevens over veel economieën in de wereld blijkt dat meer geld ook meer vervuiling betekent. Hoe meer dingen mensen kopen, hoe meer energie ze verbruiken.
Green Growth: Successen en mislukkingen
In tegenstelling tot bij degrowth is er wel data over succesvolle green growth.
Decennialang hebben landen als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hun economieën laten groeien en tegelijkertijd hun koolstofvervuiling teruggedrongen. Uit een analyse bleek dat 32 landen succesvol de groei van het BBP hadden losgekoppeld van de uitstoot van broeikasgassen.
Beleidsmakers deden dat door kolencentrales te sluiten, te eisen dat fabrieken efficiënter werken en door windturbines en zonnepanelen te bouwen die schone elektriciteit produceren.
Maar als we rekening houden met de emissies die zijn opgenomen in goederen die zij uit het buitenland importeren, is dit aantal gedaald tot 23 landen. Desalniettemin bewijzen deze landen dat green growth mogelijk is.
Er zijn ook landen die niet succesvol zijn in green growth. In grote economieën, van Brazilië tot Indonesië, zijn groei en vervuiling nog steeds nauw met elkaar verbonden.
Voorstanders van de degrowth beweging wijzen erop dat de data juist aangeeft dat de meeste landen niet succesvol hun koolstofvervuiling kunnen terugdringen en hun economieën groeien. In een overzichtsdocument uit 2020 werd vastgesteld dat de ontkoppelingspercentages te laag zijn om de opwarming van de aarde tot 1,5°C te beperken.
Als regeringen de uitstoot snel genoeg zouden terugdringen om dat doel te bereiken, zou het energieverbruik zo sterk dalen dat het BBP waarschijnlijk ook zou dalen. En dan zouden beide scenario’s tot een krimp in BBP leiden.
Voorstanders van degrowth redeneren dat als het BBP toch een keer gaat dalen, we beter nu al onze economie kunnen krimpen. Want die benadering helpt direct om uitstoot terug te dringen, terwijl groene groei daar veel langer over doet.
Is green growth een haalbaar plan?
Voorstanders van groene groei en van degrowth zijn het erover eens dat arme landen rijker moeten worden zodat de levensstandaard kan stijgen. Hun geschil draait om de vraag of de rijke wereld ook moet mogen groeien aangezien zij verantwoordelijkheid dragen voor de klimaatcrisis.
Maar wetenschappers hebben geen duidelijke antwoorden – omdat ze niet beschikken over diepgaande modellen die laten zien wat een degrowth-beleid voor de samenleving zou betekenen. Alle 3000 scenario’s voor emissiereductie die in het laatste IPCC-rapport worden geëvalueerd, gaan ervan uit dat landen rijker blijven worden.
Dat heeft wetenschappers voor een raadsel geplaatst: zij proberen beleidsmakers te laten zien hoe zij de opwarming van de aarde tot 1,5°C kunnen beperken terwijl de vraag naar energie toeneemt en het koolstofbudget krimpt. De oplossing die hun modellen aandroegen is om de 1,5°C doelstelling te overschrijden alvorens CO2 uit de atmosfeer te zuigen en de temperaturen later in de eeuw weer omlaag te brengen.
Dit traject om groene groei te stimuleren en daarna koolstofdioxide te verwijderen, is ingebakken in de politieke verbintenissen om tot net-zero emissie te komen. Zonder een beroep te doen op deze technologieën zal het resterende koolstofbudget om de 1,5°C doelstelling te halen tegen ongeveer 2044 uitgeput zijn als de landen hun emissies in een constant tempo terugdringen.
Volgens het IPCC-rapport is het nu onvermijdelijk om een bepaalde hoeveelheid koolstofdioxide te verwijderen om emissies in sectoren die moeilijk te saneren zijn, tegen te gaan. Maar de technologieën om dit te doen zijn duur en niet getest op de grote schaal die in de modellen wordt gebruikt. Sommige vormen van kooldioxideverwijdering nemen zulke grote hoeveelheden land in beslag dat veel wetenschappers twijfelen of het ooit realiteit wordt.
Is degrowth een haalbaar plan?
Oproepen om de vraag naar energie terug te dringen kan de armoede verergeren, zo stellen critici van degrowth. Voorstander van degrowth die aandringen op het beëindigen van de groei, zien vaak over het hoofd dat de economieën van rijke landen en opkomende economieën van ontwikkelingslanden niet los staan van elkaar.
Economieën in ontwikkelingslanden zouden geraakt kunnen worden door degrowth, maar ook te snel kunnen groeien.
Experts vrezen dat het afremmen van de groei in rijke landen ook de groei in arme landen kan schaden. Het stoppen van luxeconsumptie zoals snel veranderende mode en buitenlandse vakanties zou een klap zijn voor industrieën die de motor vormen van de groei in ontwikkelingslanden. Maar te snelle groei is ook een mogelijk scenario.
Daardoor kan het nettoresultaat van degrowth in rijke landen en groei in arme landen voldoende zijn om de wereldeconomie groter te maken. Het antwoord hangt af van de omvang van de groei die nodig is om mensen uit de armoede te halen.
Maar focussen op de groei van de economie om een einde te maken aan armoede is een slechte manier om welzijn te bereiken, zo argumenteren voorstanders van degrowth.
Uit een studie van 2021 blijkt dat de wereldleiders de klimaatverandering tot 1,5°C kunnen beperken en de levensstandaard kunnen verhogen door minder energie te verbruiken. Om mensen te voorzien van voldoende energie voor een fatsoenlijke levensstandaard – met goed voedsel, onderdak, gezondheid, onderwijs en vervoer – zou een vierde van de tegen 2050 voorspelde energievraag nodig zijn, vonden de onderzoekers. Een dergelijk voorstel zou grote, energie-intensieve economieën overhoop halen, maar de druk op het klimaat verminderen.
Draagvlak voor degrowth?
Degrowth onderzoekers stellen dat ze niet alleen proberen de klimaatverandering een halt toe te roepen, maar ook strijden voor economische rechtvaardigheid.
Tot nu toe is de roep om degrowth beperkt gebleven tot activisten en academici en niet tot beleidsmakers in landen die het meest onder klimaatverandering te lijden hebben. Zij hebben geëist dat rijke vervuilers hun uitstoot verminderen en betalen voor de verwoesting die wordt aangericht door de gevolgen van klimaatverandering – maar zij hebben niet geëist dat zij minder verbruiken.
En daarin ligt waarschijnlijk het grootste probleem met degrowth. Het is gebaseerd op een belangrijke menswaarden om eerlijk te delen. En als de geschiedenis iets heeft uitgewezen,dan is het wel dat mensen daar niet zo goed in zijn. Hoewel het niet graag toegeven zit hebzucht in ons DNA. We zorgen graag goed voor onszelf door meer te verwerven.
De green growth beweging maakt gebruik van die aangeboren neiging tot groei, maar stuurt de groei in een duurzame richting. Maar de degrowth beweging gaat tegen die menselijke natuur in. Het vraagt om een hoog niveau van persoonlijke ontwikkeling van ieder mens om meer op te geven, zodat anderen er beter van worden. Een mooi ideaal, maar is het haalbaar?
Als we kijken naar de markt voor zonnepanelen is het antwoord op die vraag duidelijk ‘nee’. De eerste zonnepanelen waren zo duur dat ze meer kostte dan dat ze opleverende. En lange tijd zag je alleen een enkel zonnepaneel op een dak van een persoon die diep in de buidel tastte uit principe.
Pas toen zonnepanelen meer opleverden dan dat ze kostten explodeerde hun groei. Feit blijft dat de meeste mensen alleen actie ondernemen als ze er op de korte termijn ook zelf beter van worden.
Het is onwaarschijnlijk dat hele economieën de discipline hebben om hun voordelen nu op te geven voor een onbewezen resultaat in de toekomst. De degrowth beweging steunt daarmee op hetzelfde argument dat filosofen al millennia gebruiken om problemen het hoofd te bieden: Als mensen maar meer altruïstisch en ontwikkeld zouden zijn, dan zou er geen armoede zijn, of oorlog, of criminaliteit… etc. De keren dat dit ideaal ook maar enigszins benaderd is in de geschiedenis, kun je op een hand tellen.
Op dit moment kiezen rijke landen allemaal voor groene groei. In hoeverre inwoners bereid zijn om hun CO2 voetafdruk te verkleinen door te bezuinigen lijkt vooral een cultureel bepaalde keuze. Er zijn grote verschillen tussen hoeveel inwoners van landen verspillen die niet rechtlijnig gekoppeld zijn aan inkomen.
Cultuur in een land speelt een grote factor. Zo is de CO2 voetafdruk per capita in de meer Kapitalistische Verenigde Staten ongeveer 15,5 ton/jaar. Denemarken – ook een rijk land – heeft per capita een CO2 voetafdruk van ongeveer 6,6 ton/jaar. En zweden heeft per capita een CO voetafdruk van 4,5 ton/jaar. En IJsland haalt zelfs 0,03 ton/jaar. Het verschil is niet economische groei maar cultuur.
Bronnen:
* Economics of climate change
* IPCC
* Worldometer