Wat is Voedselverspilling en Wat Kun je er Aan Doen?

Voedselverspilling is het weggooien van voedsel dat geschikt is voor consumptie door zowel telers en consumenten, al dan niet na de houdbaarheidsdatum of na bederf. Het gaat dus om verspilling over het hele voedselketen en niet alleen om verspilling door consumenten.

Hoeveel we met zijn allen verspillen verschilt enorm per land. Volgens milieucentraal verdwijnt ongeveer 9 procent van ons eten verdwijnt jaarlijks ongebruikt in de afvalbak. Dat is ruim 34 kilo voedsel per persoon per jaar. Alle huishoudens samen verspillen daarmee in Nederland 590 miljoen kilo goed voedsel.

Dat is enorm veel maar nog steeds weinig vergeleken met de gemiddelde Amerikaan die ongeveer 182 kilo voedsel per jaar verspilt, ofwel zo’n 1500 dollar aan goed voedsel. Sterker nog, 43% van voeding wordt door Amerikaanse huishoudens weggegooid. Ondertussen hebben 38 miljoen Amerikanen te kampen met voedselonzekerheid. In Duitsland wordt jaarlijks ongeveer 75 kilo voedsel per persoon en in de UK ongeveer 143 kilo.

Als het op voedselverspilling aankomst, doen Nederlanders het dus best goed. Er is altijd ruimte voor verbetering. Maar in deze situatie is het ook nuttig om over de grenzen van ons land te kijken. Want hoewel we hier winst kunnen behalen, liggen de grootste kansen op verbetering in het buitenland.

Voedselverspilling en het klimaat

Voedselverspilling is niet alleen een gemiste kans voor miljoenen hongerige mensen, het is ook een enorm klimaatprobleem. De UN schat dat ongeveer 17% van voedsel wereldwijd wordt verspild. Dat is gezamenlijk goed voor 931 miljoen kubieke meter goed voedsel.

Rijke landen verspillen over het algemeen meer dan ontwikkelingslanden. In Amerika is de verspilling bijvoorbeeld gemiddeld 31%. En dat betekent dat 31% van de energie, het water en de materialen die worden gebruikt om het te telen, te oogsten, te verpakken, te distribueren en op te slaan, ook voor niets worden gebruikt. Al dat weggegooid voedsel, dat achterblijft op stortplaatsen zal daar grote hoeveelheden broeikasgassen uitstoten.

Wereldleiders in voedselverspilling

Amerika behoort tot de wereldleiders in voedselverspilling per capita. De U.S. Environmental Protection Agency evalueert voedselverspilling uit vijf sectoren: institutioneel, commercieel, industrieel, residentieel en voedselbanken. Een paar feiten op een rij:

  • Institutioneel afval is afkomstig van kantoren, ziekenhuizen, verpleeghuizen, gevangenissen en universiteiten.
  • Commercieel afval is afkomstig van supermarkten, restaurants, hotels en andere voedselverkopers.
  • Industrieel afval wordt gegenereerd door de productie en verwerking van voedsel en dranken. En huishoudelijk afval is wat thuis wordt geproduceerd.
  • De EPA evalueert niet de voedselverspilling in de landbouw, d.w.z. het voedsel dat op het veld blijft liggen vanwege lage prijzen voor gewassen of omdat er te veel van dezelfde gewassen beschikbaar zijn.
  • De industriële sector – d.w.z. de voedselproductie en -verwerking – is met 39% de grootste afvalproducent van allemaal.
  • Ruwweg 30% is commercieel, 24% residentieel en 7% institutioneel.
  • Het afval van voedselbanken is minuscuul, volgens het 2018 Wasted Food Report van de EPA. Van het afval dat als commercieel wordt geclassificeerd, is 55% afkomstig van restaurants en 28% van supermarkten.

Voedselverspilling en waterverbruik

Bijna een kwart van alle landbouwgrond op aarde wordt gebruikt voor geïrrigeerde landbouw, zegt de Wereldbank, omdat geïrrigeerde landbouw per landeenheid gemiddeld minstens twee keer zo productief is als landbouw op basis van regen. De landbouw is dan ook verantwoordelijk voor 70% van de wateronttrekking in de wereld.

Naarmate het klimaat opwarmt, zullen we meer regen tekorten zien, maar volgens het World Economic Forum is een deel van het probleem overmatig gebruik en slechte infrastructuur en beheer.

Volgens UNICEF leven nu al meer dan 2 miljard mensen in landen waar de watervoorziening ontoereikend is. Vanaf 2025 kan de helft van de wereldbevolking in regio’s wonen die als waterschaars zullen worden beschouwd.

Natuurlijk zijn sommige gewassen water-intensiever dan andere. De veeteelt verbruikt het meeste water vraagt van allemaal. Achter de problematiek van voedselverspilling speelt dus een grotere problematiek van waterverbruik. Daarbij is niet alle voeding gelijk. Een kilo wortels verspillen is bijvoorbeeld veel minder schadelijk dan een kilo rundvlees verspillen. Als vuistregel geldt dat hoe hoger je in de voedselketen verspilt, hoe meer water je verspilt.

De consumptie van vlees neemt toe. Bijna een kwart van de wateronttrekking in de hele wereld voor niets wordt gebruikt.

Kappen nou?

Voedsel begint CO2 te produceren vanaf het moment dat het zaad wordt geplant of het dier wordt geboren, of zelfs daarvoor al. Om de wereldbevolking te voeden, worden bossen vaak gekapt om plaats te maken voor landbouw. Volgens het Wereld Natuur Fonds is de rundvlees- en sojaproductie de boosdoener van meer dan tweederde van het habitatverlies in het Amazonegebied. (De organisatie merkt ook op dat tot 75% van de soja wordt geproduceerd als veevoer.)

Volgens een grafiek van Our World in Data is het landbouwproces verantwoordelijk voor een groot deel van de broeikasgasemissies van veel gewassen, van rundvlees tot kaas en van koffie tot olijfolie. Dit zijn de emissies die op de boerderij worden geproduceerd door de winderigheid van vee, meststoffen en machines.

Dan zijn er nog de broeikasgassen die samenhangen met het oogsten van voedsel (met behulp van machines), het verwerken ervan (met een overvloed aan energie), het vervoeren ervan (via vrachtwagens en vliegtuigen die op fossiele brandstoffen rijden), het verpakken ervan (vaak in plastic dat zijn eigen lading broeikasgasemissies produceert), en het opslaan ervan in temperatuur-gecontroleerde omgevingen.

Voedselverspilling en verpakkingsverbruik

Ongeveer 40% van alle plastic wereldwijd wordt gebruikt als verpakkingsmateriaal voor de voedingsindustrie. Rijke landen gebruiken meer verpakkingsmateriaal en verspillen meer. Naar schatting 30% van verpakkingsmateriaal in rijke landen wordt – samen met voedsel – verspild.

Plastic is wijdverbreid in de voedingsindustrie. In de supermarkt zie je er van alles in zitten.  Maar buiten wat je ziet, wordt het materiaal veel gebruikt in de voedselproductie, om de planten zelf te beschermen tegen ongedierte en vlekken die hen zouden kunnen ontsieren, om gewassen af te dekken en om producten te vervoeren van boerderijen naar fabrieken en, uiteindelijk, naar de detailhandel.

Plastic is zo populair voor voedingsmiddelen omdat het goedkoop, licht, flexibel en hygiënisch is. Helaas is het ook niet biologisch afbreekbaar en kan het honderden jaren duren om af te breken, afhankelijk van het soort plastic. Erger nog, afgesloten plastic verpakkingen met niet opgegeten voedsel vertragen de afbraak van het voedsel, waardoor de methaanuitstoot toeneemt.

Plastic verpakkingen zijn vaak onvermijdelijk, maar de hoeveelheid geproduceerd plastic zou kunnen worden verminderd als het niet zou worden verspild aan de miljarden kilo voedsel die jaarlijks op stortplaatsen belanden. Als uiteindelijk wordt voorkomen dat voedsel wordt weggegooid, kan dat ook leiden tot minder broeikasgasemissies door de productie van plastic en minder plasticvervuiling.

Het voedselafval dat op stortplaatsen terechtkomt, doorloopt een proces dat anaerobe afbraak wordt genoemd, wat betekent dat het langzaam en met weinig tot geen zuurstof wordt afgebroken. Bij dit proces komt 8,3 kilo methaan vrij per 100 kilo voedselafval.

Methaan is hetzelfde broeikasgas dat koeien, zoals bekend, produceren via boeren en winderigheid. Naar verluidt is het 30 tot 80 keer zo opwarmend als zijn bekendere tegenhanger, kooldioxide. Natuurlijk produceert voedsel vooral methaan wanneer het op stortplaatsen ligt te rotten. Maar in veel landen wordt verspild voedsel nog weinig verwerkt.

Wat kun je doen aan wereldwijde voedselverspilling?

Het verhaal en de cijfers in dit artikel zijn behoorlijk deprimerend. Maar als je de bril opzet van een klimaatcoach liggen juist hier grote kansen. Een onderdeel van onze opleiding tot klimaatcoach is leren hoe je zelfstandig haalbare projecten opzet die een zo groot mogelijke impact hebben. (Niet alle klimaatcoaches werken met dit soort projecten, maar het behoort wel tot de mogelijkheden.)

Bij het kiezen van een project zijn klimaatcoaches zijn altijd op zoek naar het laag hangend fruit; de problemen waar je met beperkte middelen en inspanning een grote verandering kunt realiseren. En voedselverspilling is zo’n probleem.

Enkele voordelige eigenschappen van dit probleem op een rij:

Geen uitvinding nodig:

De voedselverspilling in rijke landen zoals – Amerika, Duitsland en Australië –  is een heel oplosbaar probleem. Er hoeft immers niets uitgevonden te worden. Je hebt geen machines of bijzondere expertise nodig. Enkel door gewoonten te veranderen kun je al een groot resultaat behalen.

Het probleem is al eerder opgelost:

Nederlanders verspillen relatief weinig voedsel. We hoeven dus geen nieuwe oplossing te ontdekken, maar enkel te delen wat we al weten. Ook wij kunnen het beter doen. Maar de ruimte tot verbetering is in Nederland beperkt terwijl in andere landen een persoon een verbetering kan realiseren die gelijk staat aan de verspilling van 4 Nederlanders.

Zelf doen:

Voedselverspilling is iets waar mensen zelf iets aan kunnen doen. Ze hoeven niet te wachten op een overheid die ander beleid maakt.

Kostenbesparend:

Minder voedsel verspillen kost niets. Sterker nog, het zou de gemiddelde Amerikaan zo’n 1500 dollar besparen. En ongeveer 40% van Amerikanen ervaart financiële problemen. Zelfs als er geen motivatie is om minder te verspillen om het klimaat te helpen, kun je bereidheid vergroten door te wijzen op de financiële besparing.

Kleine inspanning, groot resultaat:

Refuse staat niet voor niets boven aan de R-ladder omdat het zo effectief is. Een kleine gedragsverandering werkt door in CO2 reductie, reductie in waterverbruik én reduceert plastic verbruik. En dat sluit aan bij het klimaatcoach principe: Kleinste inspanning, grootste resultaat.

Online middelen:

Mensen uit rijke landen bereiken we heel gemakkelijk via internet. Het is bijvoorbeeld relatief moeilijker om mensen in ontwikkelingslanden te bereiken. Een facebook groep starten met bespaartips of een linkedin groep is niet erg moeilijk. En er zijn gratis internationale online leeromgevingen waar je een korte cursus over geld besparen door minder voedselverspilling kunt hosten.

Samenwerking:

Dit is een type oplossing waarbij je gemakkelijk met andere samenwerkt. Omdat je online werkt en er geen hoog niveau van expertise vereist is, kan iedereen die enthousiast is over het tegengaan van voedselverspilling je helpen om een cursus via social media voor je te promoten.

Schaalbaar:

De oplossing is schaalbaar. Ontelbaar veel mensen kunnen leren hoe ze minder voedsel verspillen. Je zou de rest van je leven dit als je enige klimaatproject kunnen nemen en meer CO2 reductie realiseren dan de 99% van klimaatactivisten.

Klimaatcoaching die interesse hebben in projectmatig werken leren om problemen te analyseren aan de hand van dit soort eigenschappen. Zo kunnen ze snel problemen selecteren waarbij ze met een relatief kleine inspanning een groot resultaat boeken.

Sommige klimaatcoaches werken liever niet met projecten, andere kiezen graag voor korte projecten en weer anderen leggen zich het liefste toe op een effectief project. Die keuze is aan jou. De opleiding tot klimaatcoach helpt je om beter te overzien wat allemaal mogelijk is en hoe je jouw plannen zo gemakkelijk mogelijk laat slagen.

Hoe zou een actieplan van de klimaatcoach eruit kunnen zien?

Een voorbeeld van een actieplan kan zijn:

  • Organiseer een kleine werkgroep door een oproep te doen op klimaatbewuste groepen op social media.
  • Maak een korte gratis online cursus aan om tot 1500 dollar te besparen EN het klimaat te helpen.
  • Gebruik samen met je werkgroep outreach via sociale media en zoek naar groepen waar mensen praten over financiële problemen.
  • Werk samen met buitenlandse organisaties en websites die mensen in financiële problemen helpen of schrijven over klimaat.
  • Gebruik Nederland als een voorbeeld van hoeveel je kunt besparen (in broeikasgassen en inkomsten) en laat zien hoe gemakkelijk dat eigenlijk is.
  • Draag het project eventueel over aan lokale mensen die passie hebben voor het klimaat (en start je volgende project).

Natuurlijk lost dit actieplan wereldwijde voedselverspilling niet helemaal op, dat doet geen enkel klimaatproject. Maar met alleen deze korte actie kun je waarschijnlijk een grotere hoeveelheid broeikasgassen helpen besparen dan je levenslange CO2 voetafdruk. Het zal je verbazen hoe snel je grote resultaten kunt realiseren als je de juiste projecten kiest en samenwerkt.

Klimaatcoaches hebben oog voor waar ze zo gemakkelijk mogelijk het grootste verschil kunnen maken. We coachen altijd binnen onze cirkel van invloed. Meestal zij dat ‘werk’ en ‘wijk’. Maar zoals je ziet, is outreach via internet ook een heel goede optie.

En is dit geen project voor jou? Dan zijn er nog duizenden andere grote en kleine projecten om uit te kiezen. Er is meer laaghangend fruit dan de meeste mensen zich realiseren. De toekomst ligt in onze handen.

Bronnen:

* Unicef

* EPA

* Wereld Natuur Fonds

* Milieucentraal

* Our world in data